De bus

De bus

woensdag 14 januari 2015

Special elektra



Zo op het eerste gezicht leek het elektrisch systeem grotendeels af. Dit was echter schijn: de draden die netjes achter de wanden zijn weggewerkt staken nog alle kanten uit. Als ze maar voldoende lengte hebben en gelabeld zijn; dat was het devies. De daadwerkelijke aansluiting was nog niet gedaan. Dit gold zowel voor het 12V als voor het 230V systeem.

Een veilig werkend systeem verlangt dat alle draden niet zomaar aan elkaar gemaakt worden en op respectievelijk de accu en het lichtnet aangesloten worden, maar dat dit met de nodige smeltzekeringen gebeurt. Alle kabels van het 12V systeem komen samen bij twee zekeringkastjes. Aan beide zijden op de wand wordt de stroom hiervandaan verdeeld naar de verschillende aansluitingen. De zekeringkastjes zorgen voor nette centrale punten waar de zekeringen zichtbaar en veilig bij elkaar zitten. Vanuit de accu loopt een dikke kabel naar het kastje en vandaar naar de verschillende stroomvragers. De dikte van de draden heb ik reeds berekend op de hoeveelheid stroom (het aantal ampères) die er doorheen zal gaan lopen. Apparaten die veel stroom gebruiken, zullen met een dikkere kabel verbonden worden en zullen ook afgezekerd worden op die hogere stroomsterkte. Zoals ik al eerder uitgelegd heb, zullen de stroomsterktes in het 12V systeem hoger zijn dan in het 230V systeem. Hier is dus veel variatie te vinden in diktes van de kabels. Ook is dit systeem het uitgebreidst: waar mogelijk wordt van 12V gebruik gemaakt. Alle onderdelen die op 12V werken, kunnen te allen tijde – mits er voldoende stroom in de accu’s voorradig is – gebruikt worden. Wel zo handig als het gaat om de verlichting, de koelkast en de dakventilator. Eventueel kunnen nog schakelaars gemonteerd worden om bepaalde stroomvragers helemaal af te kunnen schakelen zodat de accu’s niet leeg lopen. Een voorbeeld hiervan is de koelkast. Als we de camper niet gebruiken, zal de deur op de ventilatiestand gezet worden. Het lampje blijft dan branden en zal uiteindelijk de accu’s leegtrekken. Om dit te voorkomen, zal ik een simpele schakelaar aanbrengen. Ook de gasmeter en de waterpomp krijgen zo’n schakelaar.

Het 230V systeem is veel simpeler en daar kunnen alle wandcontactdozen aangesloten worden op elkaar. Bij binnenkomst van de stroom (via de blauwe stekker van buitenaf) zit een 16A zekering en een aardlekschakelaar – vergelijkbaar met het systeem in een woonhuis. De hele camper is te beschouwen als één ‘groep’. Om toch van 230V gebruik te kunnen maken als de camper niet aan de paal hangt, wordt een omvormer geïnstalleerd. Deze maakt van de 12V gelijkstroom uit de accu 230V wisselstroom. Een omschakelstation kiest automatisch welke stroombron te gebruiken – van buitenaf wanneer voorhanden, anders uit de accu.
De vloerverwarming en de acculader mogen nooit uit de accu gevoed worden. De eerste gebruikt hiervoor simpelweg teveel stroom. De acculader is bedoeld – de naam zegt het al – om de accu bij te laden. Het zou dus waanzin zijn om dit te doen vanuit diezelfde accu. Voor deze twee stroomvragers heb ik dus een speciaal stopcontact gemaakt voor het omschakelstation, zodat ze alleen stroom van buitenaf kunnen gebruiken.

Om dit allemaal aan te sluiten heb je veel geduld nodig, ben ik achter gekomen. Op mijn tekening lopen alle kabels netjes recht en worden ze op wonderbaarlijke manier vanzelf met elkaar verbonden. De werkelijkheid is weerbarstiger en het aan elkaar maken van zoveel verschillende kabels, in diktes van 0,5 tot 4mm2, bleek toch een hele klus. De meeste kabels zijn met kabelschoentjes verbonden. Enkele ook met lasdoppen voor flexibele kabels. Deze moesten vervolgens weer netjes weggewerkt worden in lasdoosjes. Het was elke keer weer een opluchting als dit paste en de juiste kabels aan elkaar verbonden zaten.


Na een paar uur prutsen leek het alsof alle kabels aan elkaar zaten. Ik heb een paar kroonsteentjes op de losliggende kabels gemaakt. De echte proef kwam door het aansluiten van de blauwe kabel aan de buitenkant van de bus… Met toch wel lichte zweethandjes sloot ik op zaterdagavond om half 11 de kabel aan. Heleen stond binnen om te kijken of alles goed ging. Het feit dat er niets gebeurde was een goed teken. ‘Er springen lampjes aan op de acculader!’ riep Heleen vanuit de camper. Dat was het teken waarop ik wachtte: ik had de acculader reeds aangesloten op het nieuwe stopcontact. Met de looplamp controleerde ik de ingebouwde wandcontactdozen en deze bleken allebei te werken. Deze kleine mijlpaal betekent best veel voor ons; stroom is een wezenlijk onderdeel van de camper en daarom is het mooi om te zien dat alles werkt. In het ontwerp en aanleg van het elektrisch systeem is veel tijd en moeite gaan zitten, als alles dan werkt voelt dat heel goed.

1 opmerking:

  1. Het meeste is mij te technisch. Gelukkig kun je ook nog lekker thuis dingen doen zodat je niet in de kou hoeft te werken. Het houdt jullie duidelijk van de straat.
    groetjes van Alie

    BeantwoordenVerwijderen